Hopelijk begin je een software ontwikkeling met een redelijk tot goed idee hoe de toekomstige software er uit moet zien. Een helder beeld hebben van de toekomstige software is belangrijk voor jezelf en voor je team. Als je geluk hebt, overleeft dit beeld het tot de eerste release. Maar na verloop van tijd gebeurt er iets, de software begint langzaam maar zeker te ruiken als een stuk bedorven vlees.

Hoewel geen enkele ontwikkelaar dit wil, is het een realiteit die ik maar bij al te veel ontwikkelaars tegenkom. In de loop van de tijd is onder druk van deadlines, wijzigende functionaliteit, wijzigende teamsamenstelling de software langzaam maar zeker steeds ondoorzichtiger geworden. In dit document ga ik in op zeven tekenen van software rot en wat je kunt doen om dit zoveel mogelijk te voorkomen.

Rigiditeit
Rigide software is software die moeilijk aan te passen is. Een op het eerste gezicht simpele aanpassing stuurt resulteert in een cascade van gevolgschade in diverse modules. Hoe meer plekken geraakt worden door aanpassingen, hoe meer rigide het systeem is. Veel ontwikkelaars herkennen hoe een simpele aanpassing een waterval van ellende over ze heen stort waardoor ze steeds meer code moeten aanpassen en de wijziging veel langer duurt dan oorspronkelijk was ingeschat. Als ze dan gevraagd wordt waarom hun inschatting zoveel te laag was, volgt het traditionele antwoord “het was een stuk complexer dan ik had verwacht.”

Breekbaarheid
De breekbaarheid van een systeem wordt bepaald door de kans dat een wijziging op één plek op vele andere plekken onverwachte fouten introduceert. Soms kan het voorkomen dat er fouten optreden op plekken die niet logischerwijs gerelateerd zijn aan de aangebrachte wijziging.

Immobiliteit
Een ontwerp is immobiel wanneer het componenten bevat die voor andere systemen nuttig zouden zijn, maar niet geïsoleerd kunnen worden omdat het risico en de kosten om ze uit het originele systeem te halen gewoonweg te groot zijn.

Viscositeit
Als er een wijziging in software moet worden aangebracht kan dit meestal op meerdere manieren. Sommige manieren zijn in lijn met het ontwerp en de architectuur van de software en andere niet (ook wel hacks genoemd). Een systeem heeft een hoge viscositeit wanneer een aanpassing in lijn met de architectuur meer tijd kost dan een hack. Naast de viscositeit van de software is er ook nog de viscositeit van de ontwikkelomgeving in zijn geheel. Wanneer het uitvoeren van geautomatiseerde tests heel veel tijd kost, is het waarschijnlijk dat de ontwikkelaar een wijziging doorvoert zonder de juiste testen op te zetten.

Nodeloze herhaling
Of ook wel het knippen en plakken van code genoemd. Meestal wordt dit veroorzaakt doordat het systeem niet de juiste abstracties implementeert en niet conform design patterns als SOLID is opgezet. Vaak is het een teken dat er te weinig tijd (of ervaring) binnen een team is om na te denken over architectuur. Wat overblijft, is veelal procedurele code die weliswaar functioneert, maar lastig te onderhouden is.

Duidelijkheid
De duidelijkheid van een module bepaald in hoeverre het eenvoudig is voor een ontwikkelaar om een module te begrijpen. Code die met de tijd doorontwikkeld is, heeft de neiging om steeds minder duidelijk te zijn.

Nodeloze complexiteit
Dit is misschien wel een van de lastigste punten om aan te pakken. Gepassioneerde ontwikkelaars zullen in hun inzet om de overige zes tekenen van software rot te voorkomen, mogelijk in de valkuil van deze zevende stappen. Een goed software ontwerp is lichtgewicht, flexibel, eenvoudig om te begrijpen en bovenal eenvoudig om aan te passen.

Omgaan met rottende software
Helaas is er geen “silver bullet” als het gaat om software rot. Ervaren ontwikkelaars zullen misschien minder snel in valkuilen stappen dan minder ervaren ontwikkelaars, maar uiteindelijk maken we allemaal fouten.

Er zijn wel een aantal zaken die helpen om software rot te voorkomen:

  • Zorg dat de software voldoende afgedekt is door automatische testen
  • Zorg bij iedere wijziging en nieuwe feature voor voldoende tijd om te refactoren
  • Peer review elkaars code
  • Pair program wanneer je een ingewikkeld stuk moet opzetten
  • Zorg voor heldere coding guidelines voor het team
  • Maak architectuurbeslissingen altijd met meerdere ontwikkelaars samen

“Last-but-not-least” zoals een collega van mij vaak mooi weet te zeggen: “perfect is the enemy of good”. Probeer niet de perfecte architectuur te maken, die bestaat niet, en waarschijnlijk wordt je systeem al snel nodeloos complex.

Auteur: Menno Jongerius © 2020 Bergler Competence Center[heading]Lees ook:[/heading][recent_posts style=”list” cat=”weblog” title_tag=”h4″][/vc_column][/vc_row]